Deze punten lijken ons niet alleen communautair verzoenbaar, maar bovendien werkelijk positief voor beide landshelften.
-
Justitie wordt hervormd, na een uitgebreide audit - samengesteld uit alle betrokken partijen. De minister van Justitie leidt dit in goede banen.
Het departement blijft federaal in al haar facetten.
Het budget van Justitie wordt kortstondig verhoogd om een modernisering van de strafinstellingen mogelijk te maken. Het Koningshuis wordt hervormd. Als onderdeel van onze traditie blijft het bestaan, maar enkel de Koning en Koningin krijgen een dotatie die overeenstemt met diens noden en persoonlijk onderhoud. Het politieke recht van de Vorst blijft onveranderd, omdat een onafhankelijk persoon op deze manier bepaalde macht in handen houdt met het oog op de federale regeringsvorming.
Bepaalde domeinen zoals landbouw, milieu en mobiliteit worden geherfederaliseerd, daar zij hebben bewezen niet afdoende te werken op regionaal vlak. Verschillende milieunormen brengen bedrijven die nationaal werken in de problemen en bedreigen het voortbestaan van de nationale luchthaven. Verschillende aanpak op verkeersovertredingen wekt teveel wrevel bij de inwoners. Een eenduidig beleid is beter.
-
Een federale kieskring wordt ingevoerd. 80 van de 150 Kamerleden wordt nationaal verkozen. De lijsttrekkers van deze lijsten zijn kandidaat-premier en vloeiend tweetalig. Dit wordt niet in een wet gegoten maar is als een deontologisch code voor de partijen. Deze kandidaten moeten bijgevolg in het hele land campagne voeren. Tweetaligheid is hiervoor bijgevolg een logische vereiste. Nationale debatten zijn nodig en verplicht. Ze worden gelijktijdig en in twee talen uitgevoerd door de openbare omroepen.
De gemeenschappen verdelen de overige Kamerzetels onder zich volgens aantal inwoners.
De Federale Kieskring vervangt de discussie over de kieskring Brussel Halle Vilvoorde.
Er wordt in arrondissementen gestemd voor de 70 overige Kamerzetels. Deze zijn 'eentalig'. Kandidaten op deze lijsten kunnen echter niet in de regering zetelen. Deze 80/70 verdeling laat voldoende ruimte over voor lokale wensen, terwijl de federale aangelegenheden eveneens kunnen verdedigdworden. De Senaat in se wordt ontbonden en vervangen door een Gemeenschapsvergadering. De functie van dit orgaan is een maandelijkse vergadering van afgevaardigden van de gemeenschapsregeringen. Deze leggen pijnpunten in de samenwerking tussen de regio's wat betreft de eigen beleidsdomeinen bloot. De voorzitter wordt door de Kamer verkozen bij het begin van het parlementaire jaar.
De samenstelling van deze vergadering wordt door de gemeenschapsregeringen zelf gekozen. Er is een procentuele verdeling afhankelijk van de bevolking van alle regio's.
De provinciebesturen worden geïntegreerd in het gemeenschapsministerie van Binnenlandse Aangelegenheden en de gouverneurs afgeschaft. Ze bewijzen vandaag geen apart nut meer. In geval van gemeente-overschrijdende aangelegenheden is de minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk of de gemeenschapsminister indien kleinschalig.
De financiering van de federale structuur wordt herbekeken zodat er procentueel geld naar de federatie terugvloeit om deze te ondersteunen. De financiering kan bijvoorbeeld jaarlijks worden herbekeken, afhankelijk van de specifieke noden.
Het onderwijs in het hele land onderricht vanaf het 4e leerjaar verplicht de andere landstaal. In Brusselse scholen kan dit reeds vroeger, of indien gewenst in andere scholen (maar niet later). Vanaf het 1e jaar middelbaar wordt Engels onderricht als derde taal. Verder blijft onderwijs een gemeenschapsbevoegdheid. Deze maatregel dient om onder andere samenwerking tussen de regio's op bijvoorbeeld economisch vlak mogelijk te maken. Op talloze andere vlakken zal de verbeterde tweetaligheid de bevolking eveneens ten goede komen.
De taalwetten in se blijven echter ongewijzigd en worden verstrengd toegepast.De Sociale Zekerheid blijft ongewijzigd en federaal, doch wordt een adviesorgaan opgericht om de kosten van de vergrijzing te kunnen opvangen. Een bijdrage wordt verwacht van de gemeenschappen.
-
De Brusselse en Waalse regio krijgt een federaal gecoördineerd beleid om de werkgelegenheid te verhogen en de werkloosheid aan te pakken.
Werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd, maar procentueel opgetrokken tot boven de armoedegrens. Opleidingen voor werklozen worden volledig gratis.
Heeft u bemerkingen of een andere visie? Ga de discussie aan en plaats een comment.
9 opmerkingen:
Mooi overzicht, hoewel ik denk dat er meer gedaan moet/kan/zal moeten worden ivm de werkloosheid in Brussel en Wallonië?
Net daarom, en om een 'Vlaamse hand' in deze materie te houden, moet er een federaal gecoördineerd 'opzwepingsbeleid' komen voor de Waalse en Brusselse economie. Dit houdt in de eerste plaats garanties in dat jobs interregionaal kunnen ingevuld worden en dat er uitwisseling van arbeidskrachten kan gebeuren.
Beste Belgicisten,
Een flamingant hier. Ik heb net jullie wishlist gelezen inzake de staatshervorming en ik moet zeggen dat ik blij verrast ben door de nuchtere stijl. Geen uitvoerig beschimpen van de Vlaamse zaak of een rondje romantiseren van België, nee, een nuchtere analyse. Proficiat!
Natuurlijk heb ik als Vlaams-nationalist ook enkele bedenkingen, met name rond de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. De Federale kieskring invoeren is daartoe een rechtvaardig middel, maar jullie trekken de consequentie van die eis jammer genoeg niet volledig door. Die is namelijk dat bij een volledig federale kieskring de Vlamingen in het Parlement "d'office" de meerderheid krijgen, als ze tenminste communautair zouden willen stemmen.
Jullie proberen dit wel te verhelpen door het verdelen van het aantal federale zetels in een federaal te verkiezen deel (80 zetels) en een deel dat verkozen wordt door de eigen Gemeenschap (70 zetels), maar dit is niet toereikend, hoe goed er ook over nagedacht is. Er is namelijk het niet te verdoezelen conflict tussen proportionaliteit en bescherming van minderheden. Ik verklaar me nader.
De verplichting dat 70 kandidaten verkozen worden via de Gemeenschap probeert recht te doen aan het feit dat er meer Vlamingen dan Walen zijn, terwijl de 80 federaal te verkiezen kandidaten recht zou moeten doen aan de volstrekt legitieme eis dat niemand geregeerd wordt door iemand waar hij nooit heeft voor kunnen kiezen. Echter, door het opdelen van de federale zetels in een groep die verkozen wordt via de Gemeenschappen en een groep die verkozen wordt via een federale kieskring, schakel je het proportionaliteitsprincipe (grootste bevolkingsgroep krijgt meeste zetels) niet uit. Voor de 70 Gemeenschapszetels is dat evident, maar ook in die 80 federatiezetels geldt het proportionaliteitsprincipe evenzeer: worden zij in één federale kieskring verkozen, dan zullen van die 80 zetels er ongeveer 50 door Vlamingen bezet worden, en 30 door Walen.
Dat is tenminste, als Walen en Vlamingen communautair zouden blijven stemmen. Dat kan in de loop van de tijd natuurlijk veranderen, het is in ieder geval goed dat de poort hiertoe al wordt opengezet, maar ik betwijfel of dit een goede zaak is voor de Waalse kandidaten, aangezien zij de taal vaak niet machtig zijn. Ik zie een Olivier Maingain nog geen debat gaan voeren in Oostende met een Vlaams politicus in het Nederlands, omgekeerd zie ik dat veel sneller gebeuren. Ik vrees dus dat jullie voorstel, zelfs met een afzwakking van de Vlaamse overmacht die dan zou kunnen optreden, jullie heel weinig voorstanders zouden vinden bij … de Walen!
Daarnaast maak ik me nog volgende bedenkingen. Hoe rechtvaardig is het dat volksvertegenwoordigers verkozen door de Gemeenschap sowieso al geen kans maken op regeringsdeelname? Hoe ga je de tweetaligheid controleren/forceren zonder grondwettelijke garanties? We zien in Brussel dagelijks dat de taalwetten niet nageleefd worden, wat zou een juridisch niet afdwingbare deontologische code daar dan nog kunnen aan toevoegen? Franstaligen hebben een zware traditie van het zich niet houden aan taalafspraken, ik huiver nu al. Beseffen jullie tegelijk ook dat jullie met dit voorstel ook eisen van Franstaligen in BHV dat zij stemmen op Vlaamse Gemeenschapsvertegenwoordigers? Gedaan dus met het inschrijvingsrecht in Brussel! Ik ben daar persoonlijk blij om, maar ik vraag me af of je evenveel enthousiasme zult vinden bij de Franstaligen en of dit de bedoeling was van jullie model.
Niettegenstaande al mijn kritiek en bedenkingen, vind ik dit toch een mooie denkoefening omtrent de federale kieskring. Jullie hebben gepoogd een model te vinden dat recht doet aan de Vlaamse meerderheidseisen én probeert te verhinderen dat België een “état Belgo-Flamand” wordt waarin, indien de Vlamingen dat zouden willen, ze steeds hun meerderheid van 88 Vlaamse zetels tegen 62 Waalse zetels kunnen gebruiken. Maar zoals jullie zelf konden lezen, stoten dergelijke modellen al snel op hun beperkingen: de proportionaliteit schemert, mits enige afzwakking nog altijd door, en de kans bestaat zelfs dat de Walen in dit model nog minder bescherming genieten. Jullie spraken zich in dit verband ook niet uit over de alarmbelprocedure of de proportionele samenstelling van de regering. Of zou die nog altijd paritair samengesteld worden? Misschien enkele prikkelende vragen voor een volgende vergadering.
Mag ik tenslotte jullie misschien zelf even mijn visie toelichten? Ook ik heb immers lang geprobeerd om een staatkundig model te vinden dat voor beide partijen zou kunnen werken, en ook ik was overtuigd van de noodzaak van een federale kieskring. Ik hing en hang nog altijd de leuze van Frans Van Cauwelaert aan: “Met België als het kan, zonder België als het moet”, maar ik ben ondertussen tot de conclusie gekomen dat je nooit de kool en de geit kunt sparen. Je kunt met andere woorden niet ijveren voor een federale kieskring zonder ook de proportionaliteit te erkennen. Er is geen alternatief om recht te doen aan het Vlaams demografisch overwicht in België, dat tegelijk kan uitsluiten dat de rechten van de Waalse minderheid genegeerd worden blijven.
Mijn conclusie is dan ook dat het beter zou zijn om Europa een koninkrijk minder te geven en twee republieken meer: de broederlijk naast elkaar levende republieken Vlaanderen en Wallonië. Dit zou voor beide groepen veel democratischer zijn: de Walen zouden dan in hun eigen land een meerderheid zijn, maar zelf ook rekening moeten houden met een minderheid (de Duitstaligen) en de Vlamingen zouden hun meerderheid ten volle kunnen beleven, doordat zij alle beslissingen zelf mogen nemen. Ook wij zouden rekening moeten houden met een Franstalige minderheid, zij zouden dan “Flamands d’expression Française” worden, met grondwettelijke rechten.
Het alternatief dat voorligt, een federale kieskring, zij het afgezwakt zet de deur open naar de door de Walen zo gevreesde “état-belgo-flamand” waarin, indien de Vlamingen dat zouden willen, ze steeds hun meerderheid van 88 Vlaamse zetels tegen 62 Waalse zetels kunnen gebruiken. En dat was net níet de bedoeling dacht ik.
Hoogachtend om zoveel intellectueel werk,
Smithson.
Bezoek ook mijn blog op www.smithsonsplace.tk
Jullie kunnen me bereiken op smithson@telenet.be
Beste Smithson,
Ook wij zijn verheugd om te zien dat u, als overtuigd Vlaams-nationalist, onze aanbevelingen voor het België van morgen ter harte durft nemen. Een open geest dient door ons allen gesteld te worden.
Nu ter zake: De grond van onze denkoefening lag erin de tweetaligheid van ons land uit te buiten als een positief fenomeen en niet langer als een handicap te gebruiken. De punten die u in het punt "waarom NIET splitsen" kan lezen, verklaren waarom we dit zo nodig vinden. Een verdeling van 80/70 in de Kamer is echter niet met dit (vrij vooruitstrevend?) taalidee verweven. Wat we wél willen is een sfeer creëren van 80 federaal verkozen Kamerleden die de hele bevolking kunnen vertegenwoordigen. Dat doen ze best door hun tweetaligheid en hun bereidheid debatten aan te gaan in de andere landshelft. De 70 overige Kamerleden zien we niet als strikt eentalig, maar zien we eerder als volksvertegenwoordigers die eerder lokale belangen willen behartigen, zoals er volgens ons voldoende zijn. Zij hebben geen regeringsambities, maar willen wel hun lokale belangen verdedigen in de Kamer. Dit kan echter niet zonder een grondige omvorming van het idee "verkiezingen". We zouden 80 Kamerleden verkiezen die kandidaat zijn voor de federale regering, terwijl 70 Kamerleden, op een andere lijst uiteraard, afhankelijk van arrondissement zouden verschillen. Voor hen gelden de regels van tweetaligheid en bilaterale debatten niet, maar zij kunnen dan ook niet in de regering zetelen. Misschien is dit in onze tekst onvoldoende duidelijk.
Tenslotte wijzen we ook op het belang van de Gemeenschapsregering, die de Senaat uit haar voorbijgestreefde functie haalt en vervangt. Zij zal bestaan uit een meerderheid van Nederlandstaligen, maar zal als adviesorgaan niet voor meer eigenheid, maar voor juist meer samenwerking staan. Dat kan beide landshelften enkel ten goede komen.
Tenslotte nog een woordje op uw bemerking dat we best toch een boedelscheiding ondergaan: Onze visie staat hier duidelijk lijnrecht tegenover. Wij zijn voor méér samenwerking en minder afsplitsing. Dit lijkt ons meer toekomstperspectieven te bieden. Voorts raad ik u aan niet te snel voorbij te gaan aan de zaak Brussel. Het is immers zo dat een splitsing van het Koninkrijk juist utopisch is omdat beide "landshelften" verweven zijn met elkaar via de economisch belangrijke Brusselse regio.
Nog steeds overtuigd van de meerwaarde die onze Belgische Staat morgen kan bieden, dus.
regionaliseringen worden door Vlaams nationalisten steeds weer gelegitimeerd door de vergoelijking zodoende beter maatwerk te kunnen leveren.
Maar zoals men in de uitgave "waar Belgi� voor staat, een toekomstvisie" kan nalezen zijn die verschillen allerminst alleen maar van toepassing op het Vlaams en het Waals gewest.
Binnen beide gewesten zijn de verschillen tussen de provincies op zijn minst even groot soms zelfs nog groter.
Het lijkt me dan ook logisch dat indien men echt maatwerk wil inbouwen de provincies daarvoor veel beter geschikt zijn dan de gewesten.
Een afschaffing van de Gouverneurs lijkt me daarom niet zo'n goed idee.
Een afschaffing van de provinciebesturen is net een aanbeveling die men in dat werk kan terugvinden.
Een integratie van deze instellingen in die van de gemeenschappen kan meer dan voldoende maatwerk bieden. Laat ons eerlijk zijn, 'maatwerk' is gewoon niet nodig in een klein land als het onze. Gedifferentiëerde afdelingen van bvb. de gemeenschapsministeries (wat de provinciebesturen zouden worden) is daarvoor dus een geschikt middel.
Het afschaffen van de proviciebesturen zou ook een nog verregaandere polarisatie tot gevolg hebben omdat de 10 huidige provincies zouden opgaan in de drie gemeenschapsministeries de Nederlandstalige, de Franstalige en de duitstalige.
In de realiteit zou men het echter alleen maar (nog meer dan nu al het geval is) hebben over de Vlaamse en de Waalse gemeenschap alsof het twee uniforme blokken zou betreffen.
Men zou beter de gemeenschappen behouden en de gewesten afschaffen.
De bevoegdheden die aan de gewesten toebehoren worden in dit scenario toegewezen aan de provincibesturen die ze dan elk kunnen gebruiken naar best vermogen.
De Belgische diversiteit is enorm voor een klein land als het onze-van alle provincies is het bvb enkel West-Vlaanderen dat een kuststrook heeft een beleid met het aksent op het maritieme aspect is daarom bvb veel beter aangewezen dan dit in Limburg het geval zou zijn.
Het rurale van Luxenburg vraagt dan ook best een andere aanpak dan het grootstedelijke van een provincie als Antwerpen.
Het multiculturele en linguale van brussel is zelfs uniek in Europa.
Op een dergelijke wijze heeft men ook in Zwitserland de polarisatie weten te voorkomen, men heeft het wel over de zwitserse confederatie maar als je de staatsstructuur op de hun landelijke site gaat gaan bekijken zie je dat ze het hebben over een federale staat waarin 26 kantons gefedereerd zijn.
Een polaristie tussen de twee taalgroepen is daarom nooit ontstaan omdat de gefedereerde delen juist uit 26 bestonden.
Hallo,
Eerst een reactie op alle voorgaande posts, te beginnen met de laatste:
- Zwitserland is inderdaad een federatie en geen confederatie, zelfs als lees je op elke nummerplaat nog steeds CH van Confoederatio Helvetica. Zij zijn geëvolueerd van confederatie naar federatie doorheen een democratisch proces van "het willen samenleven", de natiegedachte in essentie dus.
- Het argument dat na Vlaamse onafhankelijkheid binnen Vlaanderen ook weer regionale verschillen zouden duidelijk worden klopt, maar dat hoeft daarom nog geen politieke gevolgen te krijgen. Identiteit is een meerlagig begrip. Ik ben man, twintiger, sociaal assistent, West-Vlaming, bierliefhebber, heteroseksueel (nee, dit is geen advertentie!) maar dat betekent niet dat aan elk aspect van mijn identiteit politieke consequenties moeten verbonden zijn. Limburg heeft inderdaad een ander beleid nodig dan West-Vlaanderen, en de functie "Minister van de Noordzee" klinkt daar nogal belachelijk in de ogen. Maar niemand zal ontkennen dat onze culturele band met Limburgers groter is dan die met de Walen. We spreken beiden Nederlands - zij het soms met zware accenten - we kijken naar dezelfde tv, debatteren over dezelfde politiek, verzetten allemaal dezelfde radio van post als we Laura Lynn horen. Het argument dat Vlaanderen na onafhankelijkheid verder uiteenspat vind ik daarom nogal weinig onderbouwd. Het is een "reductio ad absurdum"-redenering. Als je die helemaal doortrekt, zou je zelfs kunnen stellen dat binnen West-Vlaanderen, Ieper met zijn rijke FLV-toekomst had kunnen onafhankelijk worden, en binnen Ieper het Bussinesspark, en binnen het Bussinesspark het meest winstgevende bedrijf, en binnen dat bedrijf de rijkste werknemer. Dan beland je op het niveau waar je moet belanden: dat van de burger die zijn individuele keuze maakt om zich NIET af te scheiden.
Vlaamsgezinde groeten,
Smithson.
www.smithsonsplace.tk
Beste unitaristen,
Een reactie op jullie wederwoord van mijn post over proportionaliteit.
Allereerst, ik heb deze discussie ook op mijn blog gezet, jullie vinden de link onderaan deze pagina, het was te interessant om te laten liggen.
Ter zake nu: de poging om een model te vinden om "de tweetaligheid van ons land uit te buiten als een positief fenomeen en niet langer als een handicap" is lovenswaardig, maar jammer genoeg zullen jullie met mij moeten vaststellen dat dit model er al lang is, maar dat het niet werkt.
Niets belet deze tweetaligheid nu al zo aan te wenden. Alleen stellen we vast dat enkel Vlamingen de ware tweetaligheid kunnen waarborgen en dat Walen in hun onderwijs zelfs het Nederlands niet verplichten.
Net omdát heel jullie denkoefening stoelt op die taligheid, kan ze niet werken. Niet omdat dat a fortiori niet kan, maar wel omdat de praktijk uitgewezen heeft dat Franstaligen niet bereid zijn Nederlands te leren.
Blijft ook nog steeds de vraag rond de proportionaliteit versus bescherming van minderheden, die ik niet beantwoord gezien heb.
Vriendelijke groeten,
Smithson.
Een reactie posten